Een obstakelsensor wordt gebruikt om obstakels op het pad van de maaier te herkennen en botsingen te voorkomen. De sensor gebruikt meestal ultrasone, infrarood of andere technologieën om objecten te herkennen en de afstand tot de maaier te meten.
Zodra de maaier een obstakel waarneemt, zal hij afremmen, stoppen of van richting veranderen om een botsing te voorkomen. Zo wordt schade aan de maaier, voorwerpen of personen vermeden.
Omdat ze ongelukken en verwondingen voorkomen, zijn obstakelsensoren een belangrijk veiligheidsaspect van robotmaaiers. Enkele veel voorkomende obstakels die de sensor detecteert, zijn bomen, stenen, tuinmeubilair en andere voorwerpen die op het pad van de maaier kunnen liggen.
Bij 97 % van alle robotmaaiers is een obstakelsensor aanwezig. Dit is dus een gangbaar kenmerk bij alle robotmaaiers.